Wat te doen voor een goed pensioen? (deel 1)

Nu het pensioenstelsel op hoofdlijnen bekend is, kunnen we gaan nadenken over een strategie om een zo hoog mogelijk pensioen te krijgen. In dit blog wordt er per pijler gekeken wat de mogelijkheden zijn, en hoe het pensioen zo veel mogelijk vergroot kan worden.

Zoals je tijdens het lezen van dit blog wel zult merken, zijn pensioenen droge kost. Natuurlijk proberen we het zo leuk mogelijk op te schrijven, maar echt gezellig wordt het nooit. Toch is het goed om te weten hoe je jouw pensioen kunt optimaliseren.

Om het behapbaar te houden, doen we het in drie delen. In dit blog kijken naar het blokje ‘arbeid’: welke keuzes kun je daar maken en waar moet je over nadenken? Om de lengte een beetje binnen de perken te houden, kijken we in dit blog alleen naar de opbouw in de eerste en twee pijler. Op een later moment bespreken we de derde en vierde pijler, en bekijken we hoe je het best een pensioen kan genieten.

Wederom beginnen we met een schematische weergave:

Blijf in Nederland wonen voor de AOW.

De eerste pijler wordt gevormd door de AOW. Daar hoef je eigenlijk niet zo veel voor te doen, behalve in Nederland te wonen of te werken. Je kunt er ook niets aan veranderen: de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bepaald door de politiek. Deze is op dit moment 66 jaar, en wordt langzaam opgehoogd naar 67 jaar en 3 maanden in 2022. In de toekomst zal deze nog verder stijgen. Dit is afhankelijk van de stijging van de levensverwachting.  

Mocht je niet in Nederland wonen of werken, dan kun je een vrijwillige verzekering afsluiten. Deze kost 17,9% van jouw inkomen in het buitenland, met een minimum van €529 en een maximum van €5292 per jaar. Per jaar krijg je daar 2% AOW voor terug, omgerekend is dat in 2018 €294,44 bruto per jaar. Deze bedragen worden over de jaren heen geïndexeerd en zijn gekoppeld aan het minimumloon.

Check de pensioenregeling van jouw werkgevers.

De tweede pijler is al ingewikkelder, omdat hier meerdere soorten regelingen zijn. Het is daardoor lastiger om een goede beslissing te nemen. Maar alles begint met begrijpen van de pensioenvoorzieningen die je hebt – of niet.

Een goede manier om te kijken waar je pensioen hebt opgebouwd, is Mijn Pensioenoverzicht. Daar zie je in één oogopslag waar je allemaal pensioen hebt opgebouwd is. Als je voldoet aan de volgende voorwaarden, dan kun je naar het plaatje kijken onder ‘Mijn pensioen straks’:

  • je blijft tot de AOW-gerechtigde leeftijd werken;
  • je wisselt niet meer van werkgever;
  • je salaris zal niet meer dalen;

Als je daar niet aan voldoet (en wanneer je eerder wilt stoppen met werken is dat al zo!), dan moet je kijken onder ‘Als mijn situatie verandert‘. Daar staan allerlei interessante scenario’s. Ik vind het scenario ‘Nu werkloos worden of uit dienst gaan’ het meest interessant, omdat daar jouw tot nu toe opgebouwde pensioen staat. Als dat niet voldoende inkomen is, dan moet je extra pensioen opbouwen in de derde of vierde pijler.

Vervolgens kun je de individuele pensioenregelingen bekijken. Kern  is in deze stap vooral: zorg dat je begrijpt hoe jouw pensioenregeling eruit ziet, de voorwaarden snapt, weet wat je ongeveer hebt opgebouwd en hoe zeker dat is. 

Als je bij een pensioenfonds aangesloten bent. 

Een pensioenfonds is vrijwel altijd een uitkeringsovereenkomst. Dat betekent dat je het recht op een uitkering na jouw pensionering opbouwt. Jouw uitkering staat gespecificeerd bij Mijn Pensioenoverzicht. Hij kan in de toekomst geïndexeerd worden, maar dit is de afgelopen jaren nauwelijks gebeurd. Bedenk of je dit bedrag voldoende vindt. Het is bij voorkeur een bedrag wat boven je te verwachten uitgaven na pensionering ligt.

Aan een pensioenfonds kun je -zolang je niet van werkgever wisselt- niet zo veel veranderen. Gewoon uitzitten is het devies. Wel zijn er eens in de 4 jaar verkiezingen van het verantwoordingsorgaan. Dit orgaan (waar zowel werkgevers als werknemers in zitten) bespreekt onder andere het (financieel) beleid en de hoogte van de premie.

Als je een pensioenverzekering hebt. 

Wanneer je een pensioenverzekering hebt, is er vaak meer flexibiliteit. Pensioenverzekeringen zijn er in allerlei soorten en maten en soms kun je ook één en ander beïnvloeden. Bekijk welke regeling je hebt, en wat de verhouding is tussen werknemer en werkgever. Vaak wordt het geld ingelegd volgens een beschikbare premieregeling. 

Een heel belangrijk aspect van een pensioenverzekering zijn de kosten. De meeste kosten worden volledig door de werkgever betaald. Wat jij betaalt, wordt gedefinieerd door de zogenaamde ‘netto premiestaffels’. De pensioenpremie die jij op jouw loonstrook ziet staan, moet volledig gebruikt worden voor de aankoop van pensioenen. De enige uitzonderingen hierop zijn premies voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en een arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenoverbruggingspensioen. 

Steeds meer pensioenverzekeringen geven een (beperkte) vorm van keuze aan de werknemer. Zo kun je steeds vaker aangeven of je offensief, neutraal, of defensief wil beleggen, en in welke verhouding je aandelen en obligaties aanhoudt. Soms kun je zelfs bepalen in welke fondsen er belegd wordt. Je kunt daarmee jouw eigen beleggingsstrategie hanteren. Hoe je een goede beleggingsstrategie hanteert, kun je elders lezen. 

Sommige werknemers kunnen kiezen of ze al dan niet meedoen in de pensioenregeling van de werkgever. Om een keuze te maken, moet je een vergelijking maken over wat het meest effectief is. Let erop dat je in de derde pijler zelf wel kosten betaalt voor een pensioen. Als je enkel de bijdrage van de werkgever uitbetaald krijgt (die samen met jouw eigen bijdrage gelijk is aan de netto premiestaffel), is het ceteris paribus slimmer om via de werkgever in de tweede pijler in te leggen. Dit scheelt al snel 0,5-1% per jaar.

Als je geen pensioenregeling hebt. 

Wanneer je geen pensioenregeling hebt, zorg dan in ieder geval dat het loon hoger is. Hoeveel hoger? Dat kun je bepalen met behulp van de netto premiestaffels. Met het extra loon wat je krijgt, kun je zelf een pensioen opbouwen in de derde pijler. 

Als je loon het gebrek aan een pensioenregeling niet compenseert, ga hier dan over in gesprek met je werkgever. Werkgevers zijn meestal voor ongeveer 60% maar soms zelfs volledig verantwoordelijk voor jouw pensioeninleg. Als dit gesprek onbevredigend verloopt, is het wellicht tijd voor een andere werkgever. 

Als je ZZP-er bent.

Dan heb je niets te maken met de tweede pijler, maar met de derde pijler. In een volgend blog gaan we hierop in.

Let op: ik ben geen financieel expert. Deze informatie kan dan ook onvolkomenheden bevatten. Raadpleeg een adviseur voor advies voordat je keuzes maakt.

3 gedachtes over “Wat te doen voor een goed pensioen? (deel 1)

    1. ZZP-er is inderdaad een vervelende omschrijving, maar het klopt hier wel precies. Zodra je namelijk personeel hebt, is een pensioen in de tweede pijler wel weer een mogelijkheid. ?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *