Wanneer je zo min mogelijk tijd wil besteden aan reizen, dan ligt het voor de hand om dat zo goedkoop mogelijk te doen. En er zijn veel mogelijkheden om te besparen op reizen. In deze blog daarom 5 opties die meneer en mevrouw in de afgelopen jaren gebruikt hebben.
Tip 1: Rijd een eigen auto.
Bij de eerste baan van meneer kreeg hij een lease-auto (in 2012). Daar was hij heel trots op! Meneer reed een mooie C-segmenter, met slechts 14% bijtelling. Dat kostte heb (netto) 134 euro in de maand aan bijtelling. Echter: de werkelijke kosten zijn veel hoger. De werkgever van meneer had namelijk de mogelijkheid om het lease-bedrag (600, later 750 euro) + brandstofkosten (150 euro) bruto uit te keren, waarbij het deel wat aan (woon-)werkverkeer was besteed, netto werd uitbetaald (tegen 19 cent per kilometer). Op die manier zou meneer de volgende inkomsten erbij krijgen:
- 2500 kilometer per maand x €0,19: 475 euro
- €900 – 475 = €425 bruto. Netto is dat (42% belasting) 246 euro
- Geen bijtelling meer: €134 netto extra inkomen.
Totaal had meneer per maand maar liefst 855 euro per maand kunnen uitgeven aan een auto! Voor de helft kun je een nette vervangende auto kunnen leasen. Daarmee had meneer al snel €4.000 euro per jaar bespaard. Leasen is dus lang niet altijd de goedkoopste optie.
Tip 2: Rijd een kleine auto.
Voor nog nog eens 100 euro minder dan de C-segmenter rijd je in een (nieuwe) citybug. En in zo’n citybug rijden meneer en mevrouw zonder problemen 100 kilometer ver. Een kleinere auto rijden loont echt, mits je de ruimte uiteraard niet nodig hebt.
Tip 3: Koop tweedehands.
Ja, een nieuwe auto betekent dat je garantie hebt en over het algemeen dat de auto in de eerste jaren niet zal stilstaan. Maar de afschrijving van (vooral grotere auto’s) in de eerste jaren weegt niet op tegen de (iets hogere) onderhoudskosten in latere jaren. En een goed onderhouden auto is niet minder betrouwbaar dan een nieuwe. Sterker: sinds auto’s veel meer elektronica bevatten en motoren vanwege milieu-eisen alleen maar kleiner moesten worden, kun je jezelf afvragen of een nieuwe auto überhaupt betrouwbaarder is.
En als je het liefst een recent model rijdt: een auto die een jaar oud is, is al snel 25% goedkoper dan een nieuwe. Dat is snel verdiend! Mede omdat onze huidige Citybug met ‘de kop eraf’ hebben gekocht, kunnen we zo goedkoop rijden. Bovendien blijken deze auto’s ook nog eens behoorlijk waardevast.
Tip 4: Zorg voor verschillende vervoersopties.
Idealiter heb je geen auto, dat scheelt minimaal 200 euro per maand. Maar toegegeven: meneer Spekvet heeft dat ooit geprobeerd en is gefaald, en mevrouw Spekvet is er nooit aan begonnen. Toch hebben we gezamenlijk 1 auto, terwijl veel van onze vrienden er twee hebben. Waarom? We proberen de afhankelijkheid met onze auto zo laag mogelijk te maken.
Je wordt minder afhankelijk zolang je meerdere opties hebt. Denk aan goede bereikbaarheid met het OV, of een baan op fietsafstand. Eventueel kun je ook kijken of je deels kunt carpoolen met een collega of iemand die in de buurt werkt. Al die manieren zorgen ervoor dat je met een auto minder afkan, of zelfs zonder auto. Maar ook de keuze van de auto kan erdoor beïnvloed worden.
Wanneer je minder afhankelijk bent van de auto, is het een minder groot probleem als hij iets minder betrouwbaar is. Maar ook: je kunt voor een goedkoop en/of incourant model gaan, die bijvoorbeeld minder zuinig is, of juist heel klein. Sterker: als je echt weinig met de auto rijdt, kun je ervoor kiezen om een autodeelabonnement te nemen, of een auto te huren als je deze nodig hebt. Daarmee spaar je ook de vaste lasten uit, en je kunt de auto kiezen die je op dat moment nodig hebt. Want zeg nou zelf: vaak heb je die grote kofferbak helemaal niet nodig, en zit je alleen in de auto, zonder veel bagage.
Tip 5: Reis buiten de spits in de trein
In 2014 wisselde meneer van werk, en ging hij met de trein reizen. De trein is een fantastisch vervoermiddel, maar is relatief duur. Meneer betaalde €240 per maand voor een abonnement in de 2e klasse. Dat was al een stuk slimmer dan een abonnement via het bedrijf: op dat moment zou hij geen reiskostenvergoeding meer krijgen (ruim 300 euro). Maar je kunt nog een stap verdergaan.
De NS biedt namelijk voor ruim 100 euro een Dal Vrij abonnement aan, waarbij je buiten de spitstijden (06:30-9:00 en 16:00-18:30) vrij mag reizen. Dat wordt echter gemeten op het incheckmoment. In de praktijk pakte meneer de eerste trein na 06:30 en 16:00, en checkte hij net daarvoor in. Bijkomend voordeel was dat de werkweken van meneer een stuk korter werden, omdat hij ‘dat ene dingetje’ niet meer op kantoor af kon maken, maar dat nu in de trein deed.
Concluderend
Dit zijn niet de uurtarieven waar een werknemer (of ZZP-er) zijn bed voor uit komt. Maar toch: je verdient met al deze opties al snel meer dan 100 euro per maand. Voor veel mensen betekent dat een significante stijging van het bedrag wat je spaart. Daarmee is het gratis geld wat je met slechts een kleine gedragsverandering verdient! En mocht je jezelf afvragen hoeveel dan: vul dan de spreadsheet in. Daarmee krijg je al snel te zien wat je uitspaart.
Heb jij nog een slimme tip waarmee je goedkoper kunt reizen?
